Ik heb voor het beroep juf op het basisonderwijs gekozen. Als juf op de basisschool geef je leerlingen  van ongeveer vier tot en met twaalf jaar les. Op de basisschool kun je op verschillende manieren les geven. Dat hangt af van welke groep je les geeft. Als je namelijk les geeft aan kinderen van de kleuterklassen, in de jongste jaren, dan leer je ze letters, en lees je vaak verhaaltjes voor, en spelen ze kinderen nog veel met speelgoed. Ze leren hoe ze moeten knutselen, plakken, knippen, en veters strikken. Op het moment dat je lesgeeft aan kinderen die al wat ouder zijn, leer je ze lezen, rekenen, misschien wel muziek en tekenen. 

De lessen die je geeft moet je vaak al voorbereiden van te voren, dat is wel belangrijk. Vooral als je aan de hoge groep van de basisschool les geeft. Je moet dan namelijk wel van te voren weten wat je wilt bespreken met je leerlingen. De stof die je ze wilt leren, moet je ook goed kunnen uitleggen. Het kan zijn dat je werkt met de stof en materialen op de school die je werkt, of dat je zelf nog iets opzoekt om mee te werken, dat ligt aan de situatie. Je moet ook weten hoe je het gaat presenteren. Daarna kun je er als juf voor kiezen de leerlingen zelf aan het werk te zetten, op zelfstandige wijze, of in groepjes, of misschien wel klassikaal. Dat kan je ook afwisselen. Op het moment dat ze individueel moeten werken, maar hun werk niet begrijpen, moet je ze kunnen uitleggen wat ze niet begrijpen.
Ook moet je het werk van je leerlingen nakijken, zoals de werkboeken. Later kun je ze ook toetsen opgeven, dus dat nakijk werk komt er ook nog bij.

Je moet ook op je leerlingen letten hoe het met hun omstandigheden gaan. En hoe het met hun ontwikkeling gaat. Mocht je ontdekken dat er iets mis gaat met je leerling, kan je de leerling begeleiden. Je ziet namelijk de leerling opgroeien in hun persoonlijke ontwikkeling. Hoe langer je het kind in de klas hebt, hoe beter je de leerling leert kennen. Zo leer je ook de karaktereigenschappen van het kind kennen, maar je komt ook te weten waar de leerling goed in is, en waarin wat minder goed.
Zo hebben sommige wat extra ondersteuning nodig in bepaalde stof, omdat ze het moeilijk vinden, en sommige niet. Daar moet je goed op letten.
Ook heb je kinderen die wat lastig te zijn in de klas. Het is belangrijk dat je orde hebt in je klas. Maar je hebt altijd uitzonderingen in de klas. Je moet goed weten hoe je daar mee moet omgaan. Mocht dit een moeilijke klus zijn, kun je altijd contact opnemen met de ouders van de leerling. Het is natuurlijk belangrijk dat de ouder overal van op de hoogte is, en je goed contact hebt met de ouders van de leerling.

Het is best wel vaak zo dat je moet vergaderen met je collega's. Een goed contact met je collega's is daarom ook wel belangrijk. Ook omdat je ze vaak ziet. Het zullen vergaderingen zijn over de school, maar ook over de leerlingen, rapporten, noem het maar op. Naast alleen les geven, zijn er natuurlijk ook altijd feestdagen. Het is dan fijn als je goed kan organiseren, en alles goed geregeld kan hebben. Ook altijd gezellig de feestdagen!